4 november 2012

In Europa: Novi Sad

In opdracht van NRC Handelsblad trok journalist en schrijver Geert Mak in 1999 een jaar door Europa op zoek naar sporen van de Europese geschiedenis in de twintigste eeuw. Mede op basis van deze speurtochten publiceerde Mak in 2004 een lijvig boek getiteld In Europa: reis door de twintigste eeuw. Ook Novi Sad werd door Geert Mak bezocht, de eerste keer in maart 1993 en een tweede keer in december 1999. Tijdens de Joegoslavische oorlogen dus.

Mak bezocht Novi Sad omdat ook daar 20ste-eeuwse geschiedenis is geschreven. Tijdens WOII, bijvoorbeeld, maar ook nog heel recent. In het voorjaar van 1999 bombardeerden NAVO-vliegtuigen drie maanden lang strategische doelen in Novi Sad, en vernietigden daarbij alle bruggen over de Donau. Een traumatische ervaring voor de inwoners van Novi Sad. Het bombardement van Novi Sad heb ik vermeld in mijn blogberichten 24 maart 1999, De bruggen van Novi Sad en To survive a bombing.

In Novi Sad ontmoet Mak onder meer Sarita Matijević, een voormalig tv-journaliste, filmer en documentairemaker Želimir Žilnik, en Aleksander Tišma, de in 2003 overleden romanschrijver. Sarita Matijević neemt Mak mee naar café Sax, voor een ontmoeting met intellectuelen, naar haar familie, waar al gauw duidelijk wordt dat vader en dochter geheel verschillende zienswijzen hebben over de politieke realiteit in Servië, en naar kapsalon Pramen alwaar Mak jonge gewone mensen vraagt naar hun wensen voor de toekomst. Met Želimir Žilnik wandelt Mak langs de Donau, waar de eerder dat jaar in puin geschoten bruggen nog in het water liggen en spreekt hij met een vrouw die, wonend aan de Donau, de bombardementen aan den lijve heeft ervaren. Met Aleksander Tišma praat hij over de politieke situatie van Servië en over de plaats van Servië in Europa. Van Tišma hoort Mak een anekdote die hij gebruikte voor zijn voorlaatste publicatie De hond van Tišma.

Sommige delen in zijn hoofdstuk over Novi Sad zijn wat uitgebreider verschenen in de NRC, bijvoorbeeld het verhaal van Saša en Miša, de twee dienstweigeraars, die Mak in Amsterdam ontmoette. Wat Mak schrijft over het wel en wee van Saša en Miša in Amsterdam zal de lezer van Borislav Čičovački’s Sleutelkruid bekend voorkomen.

In zijn verslag schrijft Mak niet alleen over de gevolgen van de oorlogen voor de bevolking van Novi Sad maar ook over de oorzaken van deze oorlogen. Vier afscheidingsoorlogen werden er gevoerd: de afscheiding van Slovenië in 1991, de afscheiding van Kroatië in 1991-1992, de oorlog om Bosnië-Herzegovina van 1992 tot 1996 en de oorlog om Kosovo in 1998 en 1999. Mak laat zien dat deze oorlogen een gecompliceerde en lange voorgeschiedenis hebben. Daarbij verwijst hij onder meer naar opvattingen van interessante schrijvers als György Konrád, Mark Mazower en Ivo Andrić.

Mak refereert in zijn verslag over Novi Sad aan het boek Zandloper van de uit Vojvodina afkomstige schrijver Danilo Kiš. In dit boek geeft Kiš een lange lijst met personen die in de jaren dertig en veertig in Novi Sad leefden en werkten. Mak gebruikt deze lijst als opmaat naar zijn beschrijving van de Novi Sad razzia in 1942. In Het Boek Blam geeft Aleksander Tišma overigens ook een dergelijke lijst met namen: over het lot van burgers tijdens WOII die in één bepaalde straat in Novi Sad woonden.

Mak heeft geen historische studie over Joegoslavië geschreven, maar losjes aan elkaar hangende journalistieke verhalen. Wellicht juist daardoor vond ik zijn hoofdstukken over voormalig Joegoslavië interessant en leerzaam en, niet onbelangrijk, prettig leesbaar. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat Mak met een zekere sympathie heeft geschreven over Novi Sad en haar inwoners. Alleen al voor genoemde hoofdstukken is de uitgave (ik kocht de eerste uitgave tweedehands voor tien euro) de aanschaf meer dan waard.

27 oktober 2012

Raskovnik

Een berichtje voor hen die liever een boek in het Servisch dan in het Nederlands lezen. Uitgeverij Arhipelag in Belgrado heeft onlangs het boek Raskovnik gepubliceerd, een roman van Borislav Čičovački. Dit boek was al in 2009 door Uitgeverij Contact in het Nederlands gepubliceerd onder de titel Sleutelkruid. Het gaat over het leven van een jongeman die, als student biologie in Novi Sad, in 1991 Servië ontvlucht en in Amsterdam een nieuw leven probeert op te bouwen. Over dit boek heb ik uitgebreider geschreven in mijn blogbericht Sleutelkruid.

26 augustus 2012

Monastery Guide to Fruška Gora

De meeste van de vijftien overgebleven kloosters in het nationale park Fruška Gora, ten zuiden van de Donau, nabij Novi Sad, zijn cultuurhistorisch interessant én bezienswaardig. Sajkaca, de blognaam van een Zwitserse architect, heeft op haar blog Nothing against Serbia, een negental informatieve berichtjes gewijd aan deze kloosters. Onlangs heeft zij deze informatie gebundeld in een praktisch reisgidsje (gratis te downloaden en gemakkelijk af te drukken), getiteld Monastery Guide to Fruška Gora. Een welkome actie, want over de kloosters in Fruška Gora is voor zover ik weet nog geen informatie handzaam beschikbaar. Ik zal er graag gebruik van maken, want tot nu toe heb ik er slechts drie bezocht; zie mijn bericht Kloosters in Fruška Gora.

3 juni 2012

Yes! Novi Sad edition

Ga in de boekwinkel zoeken naar toeristische informatie over Servië, een taalgidsje of een reisgids, en de kans is groot dat je niets vindt. Zeker niet over Novi Sad. Via via ben ik in het gelukkige bezit gekomen van twee Engels-Servische taalboekjes voor toeristen. Het zijn aardige boekjes, maar breed opgezet en bovendien is datgene wat je zoekt niet altijd gemakkelijk te vinden. Op internet is natuurlijk ook wel het een en ander te vinden, maar die informatie is versnipperd en derhalve niet geschikt om af te drukken en mee te nemen (tenzij je je eigen boekje samenstelt).

Toch zijn er een paar Novi Sad reisgidsjes die gratis te downloaden zijn. ‘Novi Sad in your pocket’ is daar één van. Hoewel de titel en het formaat suggereren dat het een gids is om bij je te dragen, is de inhoud vooral van nut bij het voorbereiden van je reis en dagtrips binnen en buiten Novi Sad: er staat veel actuele informatie in over hotels, restaurants, cafés, uitgaansgelegenheden en evenementen. Voor wat betreft de overige informatie: soms staat er te veel in, soms te weinig. Bijvoorbeeld, op een paar woorden na komt de Servische taal helemaal niet aan bod. En het deel ‘What to see’ is beperkt: van de drie belangrijke kunstmusea aan het Trg Galerija wordt er slechts één genoemd, en dat is niet het prachtige Galerija Matice Srpkse.

Via de website Slovce zijn nu twee taal- annex reisgidsjes gratis te downloaden die je wel gemakkelijk bij je kan en wil dragen. ‘Your experience of Serbia’ heeft de maakster haar boekjes genoemd, afgekort tot YES. Tweederde deel van de boekjes bestaat uit Servische woorden en frasen die de toerist zou kunnen gebruiken (ook hier is Engels de tweede taal); eenderde deel geeft essentiële toeristische informatie. Er is een basiseditie, met toeristische hoogtepunten in Servië en een editie over Novi Sad. Wellicht dat andere steden volgen.

YES telt slechts twintig bladzijden: vijf vellen A4, gevouwen tot een A5-boekje. De informatie is kort en krachtig. Ooit ben ik zelf begonnen een reisgids voor Novi Sad op te stellen en derhalve weet ik hoe moeilijk het is om keuzes te maken, om je te beperken tot de essentie, om een doel te stellen, zeker als je interesse kunst- en cultuurhistorisch is. YES is dat gelukt: YES geeft essentiële informatie en heeft duidelijke doeleinden. Opvallend daarbij zijn de labels ‘Don’t miss it!’. Drie varianten zijn er: ‘Taste it!’, ‘Enjoy it!’ en ‘Visit it!’.

In al haar beknoptheid is ‘YES – Novi Sad edition’ een volledige basisgids. Er is zelfs ruimte om je eigen aantekeningen in op te schrijven. En dat heb ik dan ook maar gelijk gedaan, een aanvulling op het lijstje ‘Statues of some famous people’. Daarin ontbreekt naar mijn smaak Mileva Marić, niet alleen omdat zij een vrouw is (het lijstje bestaat enkel uit mannen), maar vooral omdat zij een vooraanstaande rol heeft gespeeld in de wetenschap als mathematica en als inspirator van haar man Albert Einstein. Haar borstbeeld staat op de universiteitscampus, iets buiten het centrum, en wellicht is dat de reden dat zij hier ontbreekt.

YES nodigt de lezer uit om op basis van de aangedragen hoogtepunten op internet verder te zoeken naar meer informatie. In deze kan ik mijn eigen blog ook van harte aanbevelen. ‘Mijn Novi Sad’ is weliswaar niet opgezet met als doel de toerist te informeren, maar kan wel als zodanig worden gebruikt. Relevante berichten zijn bijvoorbeeld: Wegwijs in Novi Sad, Jovan Jovanović Zmaj, De bruggen van Novi Sad, Servisch-orthodoxe kerken, 24 maart 1999, Eten, drinken en 'sladoled', Petrovaradin, Kloosters in Fruška Gora, Musea in Novi Sad, Stari Grad, Het Štrand, Een concert in de synagoge, Het Athene van Servië, Jovan Soldatović.

Al met al is YES is op het eerste gezicht een bruikbare en prettige compagnon voor een ieder die Servië en/of Novi Sad wil bezoeken. YES ‘Edition of Novi Sad’ lijkt mij trouwens ook uitermate geschikt voor het publiek dat deze zomer vanuit niet-Servokroatische sprekende landen het populaire EXIT muziekfestival in Petrovaradin gaat bezoeken. Ik zal niet naar EXIT gaan, maar wanneer ik weer naar Servië afreis, met Novi Sad als uitvalsbasis, dan zal ik de YES taal- en reisgidsjes zeker bij mij dragen, ‘in my pocket’.   

27 mei 2012

Jovan Soldatović

Porodica
Als je wel eens in Novi Sad bent geweest dan kan het niet anders dan dat twee opvallende sculpturen je aandacht hebben getrokken. En daarmee bedoel ik niet het pompeuze zeven meter hoge bronzen standbeeld van de politicus Svetozar Miletić op het Trg Slobode, noch het eenvoudige en ietwat saaie beeld van de dichter Jovan Jovanović Zmaj aan het einde van de Ulica Zmaj Jovina, vlak voor het Vladicanski dvor.

Neen, ik bedoel de vier meter hoge beeldengroep Porodica (De Familie) op de Kej Zrtava Racije langs de Donau tegenover Petrovaradin (zie foto), en de tweeënhalve meter hoge groep Borba jelena (Vechtende Herten) boven op een met gras begroeide vestigingsmuur op het fort Petrovaradin (zie foto).

Beide sculpturen zijn van de beeldhouwer Jovan Soldatović, die in 2005 op 85-jarige leeftijd in Novi Sad is overleden. Zijn atelier had hij sinds 1952 in één van de militaire barakken op fort Petrovaradin.

Đura Jakšić
Dvoje
Soldatović was een geëngageerd kunstenaar.

Het is aan zijn inspanningen te danken dat het oude fort Petrovaradin een levendig centrum voor kunst en cultuur werd, en dat in Novi Sad een academie voor beeldende kunsten werd opgericht, waar hij later ook zelf doceerde.

Een belangrijk deel van zijn (grote) productie bestond uit monumenten voor oorlogsslachtoffers, voor de vrede en de menselijkheid.

Zijn beeldengroep Porodica is een monument ter nagedachtenis van de razzia door Hongaarse bezettinggroepen in januari 1942. Daarbij werden meer dan 1300 Serviërs, joden en zigeuners neergeschoten en onder het ijs op de bevroren de Donau gegooid.

Behalve Porodica en Borba jelena wil ik nog een paar beelden van Soldatović noemen die in Novi Sad te bewonderen zijn. Zijn Dvoje (Het Paar), een bronzen sculptuur van tweeënhalve meter hoog, staat in het perkje voor de ingang van de Galerija Rajko Mamuzić vlakbij Trg Galerija (zie foto). In Dunavski park staat het mooie beeld van Đura Jakšić, de negentiende-eeuwse dichter, schilder, verteller en toneelschrijver. Jakšić is zittend afgebeeld. Een kopie van dit beeld staat voor het huis van de dichter in Skadarlija in Belgrado (zie foto). Soldatović maakte meer sculpturen van Servische dichters; hij maakte bijvoorbeeld ook een beeld van Branko Radičević en een buste van Miroslav Antić. Als laatste noem ik zijn sculptuur in de fontein op het Trg Dositeja Obradovića, midden op de universiteitscampus (zonder foto).

Borba jelena



20 mei 2012

Đorđe Balašević was in Den Haag

Gisteravond trad Đorđe Balašević op in het Lucent Danstheater in Den Haag. Het was het enige optreden in Nederland van deze de populaire zanger en liedjesschrijver uit Novi Sad. Een uitverkochte zaal, bijna geheel gevuld met een Servo-Kroatisch sprekend publiek: vooral dertigers en veertigers, komend uit geheel Nederland. Voor hen was het een fantastische avond. Het optreden duurde bijna vier uur: zonder pauze van kwart over zeven tot vijf over elf! De sfeer was goed, erg goed.

Balašević, nonchalant gekleed in een zwart T-shirt, een slobberspijkerbroek en rode veterschoenen, had er duidelijk zin in. Om te praten vooral. Tussen zijn causerieën, die het grootste deel van zijn optreden vulden, zong hij zo nu en dan één van zijn bekende liedjes, krachtig begeleid door zijn uitstekende vaste pianist op de vleugel. Het gevolg van deze eenkoppige band was wel dat zijn liedjes een beetje op elkaar gingen lijken.

Voor de weinige bezoekers die het Servo-Kroatisch niet machtig waren en die hoopten (eigenlijk tegen beter weten in) op een avondvullend muziekprogramma, was dit een lichte teleurstelling. Ik was één van hen. Wij hadden niet alleen meer muziek verwacht, maar ook gehoopt op een meerkoppige begeleidingsband. Precies twee weken geleden gaf Balašević een gratis concert in de open lucht op het Trg Slobode in Novi Sad. Het aandeel muziek was daar groter dan gisteravond. En hij werd begeleid door een meerkoppige begeleidingsband. Helaas bleek het geen generale repetitie geweest te zijn voor het concert in Den Haag. Het overgrote deel van het publiek gisteravond maalde hier absoluut niet om. Er werd hard gelachen, geklapt en meegezongen.

Toch heb ik er geen spijt van dat ik daar bij ben geweest. Đorđe Balašević is een uitmuntend entertainer. Schijnbaar achteloos weet hij vier uur achter elkaar het publiek te boeien. Ik ben blij dat ik een live optreden van hem heb mogen meemaken. Bovendien heb ik er twee CD’s met muziek van hem aan overgehouden. Kan ik thuis en in de auto gaan luisteren naar wat ik gisteravond toch wel een beetje heb gemist.

17 mei 2012

De held op de ezel (2)

Geef mij maar oorlog is de Nederlandse titel van een boek uit 1968 van de Montenegrijnse schrijver Miodrag Bulatović. De oorspronkelijke titel is Rat je bio bolji (letterlijk: Oorlog was beter). In zekere zin is dit verhaal het vervolg op De held op de ezel, waarover ik al heb geschreven. De bekendste figuren uit De held op de ezel zijn ook in dit boek de hoofdpersonen: De Italiaanse soldaten Antonio Peduto en Giuseppe Bonaccia (Peppino), de Montenegrijnse held op de ezel en would-be revolutionair Gruban Malić en de hoer Marina. De held op de ezel eindigt met de capitulatie van de Italianen. In dit boek worden de absurde avonturen beschreven van de hoofdpersonen, aangevuld met de Duitse militair Carl Schlotterer, op hun reis vanuit Montenegro over zee naar Italië, naar een opvangkamp in de buurt van Bari. Verder gaat het dan naar Rome, alwaar het verhaal zich concentreert rondom een bizar bordeel. Vanuit Rome wordt dan een reis ondernomen naar Zwitserland, Frankrijk, Duitsland en Nederland. Het verhaal eindigt op Texel.

Maar laat ik niet proberen het verhaal na te vertellen. Dat is zinloos en zo goed als onmogelijk. Het is namelijk geen rationeel, gebalanceerd en gedisciplineerd geheel. De stijl die in De held op de ezel al flauwtjes zichtbaar was is hier veel verder doorgevoed. Laat ik het met een literaire term een ‘groteske’ noemen: een werk met een grillig en onnatuurlijk karakter. Maar voor hetzelfde geld kan ik het bestempelen als de weerslag van een hallucinatorische ervaring, of een dronkenmansfantasie. Ik kan mij vinden in wat de schrijver zelf op de achterflap zegt, namelijk dat hij bij het schrijven de doeken van zijn leermeesters Bosch, Brueghel en Chagall voor ogen had. Dat neemt niet weg dat de literaire Spaanse held Don Quichotte natuurlijk het voorbeeld is voor het karakter Gruban Malić.

Ook een duiding van het boek is niet eenvoudig. Bulatović beschrijft de strijd om te overleven van door de oorlog gewonde en beschadigde mensen. Zij moeten plotsklaps zien te overleven in een vrije wereld. Het is een pessimistische levensvisie. Maar wat mij het meest van deze roman is bijgebleven is de vertelkracht van de schrijver; zijn ongebreidelde associaties en wendingen. Alleen al deze literaire verbeeldingskracht maakt Bulatović in mijn ogen tot een zeer groot schrijver. Ik ga gauw via Boekwinkeltjes zijn roman De rode haan vliegt hemelwaarts bestellen.

12 mei 2012

Recepten uit voormalig Joegoslavië

Aan de Servische keuken heb ik goede herinneringen. Zo heb ik heerlijk gegeten bij visrestaurant Bata Pežo aan de Donau in Kamenjar vlakbij Novi Sad. En de copieuze en smaakvolle maaltijd die wij bij onze Servische vrienden hier ter lande voorgeschoteld kregen zal ik zeker nooit vergeten.

Een week of wat geleden las ik – op Balkanboeken – over een onlangs door Fontaine uitgevers gepubliceerd kookboek met recepten uit voormalig Joegoslavië. De titel van het boek is ‘Smaak van een land dat niet meer bestaat’. Uiteraard wilde ik dit boek wel eens zien. Dankzij vriendin Irma kreeg ik het onverwacht snel in mijn bezit.

Voor een eerste indruk heb ik het kookboek doorgebladerd samen met Dragana, mijn Servische kennis. De schrijvers hebben er een ‘persoonlijk culinair plakboek vol smaken en herinneringen’ van gemaakt. Een goed idee, vonden we. Dat de auteurs, ‘partners in leven en werk’, Zrinka Oberman en Goran Todorović daardoor prominent aanwezig zijn maakt dit kookboek – mede door de overzichtelijke vormgeving – een boek dat ook buiten de keuken prettig leesbaar is. Zrinka komt overigens uit Osijek, Oost-Kroatië, niet ver van Novi Sad in Servië. Goran heeft Servische ouders, maar is opgegroeid in Bosnië (Sarajevo vermoed ik). Onder de onorthodoxe hoofdstuktitels ‘Kleine trek’, ‘Serieuze trek’, ‘Trek in zoet’ en ‘Trek in winter’ presenteren de auteurs een mix van recepten uit wat nu Kroatië, Bosnië en Servië heet. Kroatië heeft op het eerste gezicht licht de overhand, hetgeen ook blijkt uit de Kroatische naamgeving van een aantal recepten. Het geheel was voor mijn Servische kennis niettemin een feest der herkenning.

De eerste indruk was dus goed. En dat is belangrijk. Want het gaat er bij een kookboek uiteindelijk toch om dat je het wilt gebruiken. Mij inspireert dit boek in ieder geval om veel van de gerechten gauw zelf klaar te gaan maken.

1 april 2012

To survive a bombing

Op 24 maart 1999 begon NAVO met het bombarderen van Servië. Novi Sad werd hard getroffen. Ik schreef hier al over in mijn blogberichten 24 maart 1999 en De bruggen van Novi Sad. Vandaag las ik een in 2000 geschreven persoonlijk verslag over deze periode van Andrej Tišma die in Novi Sad woont. Een aangrijpend verhaal. Hierbij de link: To survive a bombing.

25 maart 2012

De held op de ezel

“Priesters, generaals en hoeren zijn sinds jaar en dag de grote bronnen van kracht en monterheid in alle zuidelijke landen, waarvan je de geschiedenis nooit kunt schrijven zonder je uitputtend met die drie-eenheid bezig te houden.” Aan dit citaat uit de roman Het eiland van het tweede gezicht uit 1953 van de Duitse schrijver Albert Vigoleis Thelen moest ik denken terwijl ik De held op de ezel las van de in 1991 overleden Montenegrijnse schrijver Miodrag Bulatović. Peter Handke refereert in Eine winterliche reise (waarover later meer) aan hem als “auch von mir ziemlich begeistert gelesenen Schriftsteller”. De roman, met de oorspronkelijke titel Heroj na magarcu, dateert uit 1967.

Het verhaal speelt zich af in 1943, in een dorpje in Montenegro dat door de Italianen is bezet. Bulatović schetst de tragiek van armoede, onderdrukking, vernedering en opportunisme op groteske wijze. De legerleiding is geobsedeerd door vrouwen en heeft absoluut geen oog voor de minderen in rang. Het vertier van de soldaten bestaat uit drank, hoeren en schunnige liedjes. Te midden van deze liederlijkheid kunnen de pope en de hodja weinig uitrichten. De Montenegrijnse boeren zijn straatarm maar ook, als ze de kans krijgen, wreed en meedogenloos.

De eigenlijke hoofdrol is toebedeeld aan een Montenegrijnse vondeling die de naam Gruban Malić heeft gekregen. Gruban is een anti-held. Hij drijft een café waar de Italiaanse soldaten graag komen, niet alleen vanwege de drank, maar ook vanwege de hoeren en de pornografische posters. Gruban ziet dit alles met lede ogen aan, want hij beschouwt zichzelf als een communist, een vijand van de fascistische Italianen. Als alle Italianen zijn gedood, en de communisten zijn aan de macht, dan zal alles beter worden, weet Gruban. Tot zijn grote woede en frustratie nemen de Italianen hem als communist niet serieus, ook al loopt hij rond met wapens en handgranaten en schildert hij met rode verf revolutionaire teksten en symbolen. In zijn naïviteit geeft hij geldelijke steun aan onbekenden die zich voordoen als kaderleden van de communistische partij. Hij wil zich aansluiten bij de partizanen in de bergen. Tijdens zijn vertrek uit het dorp krijgt hij onverwacht de kans een lont aan te steken met als klaarblijkelijk gevolg dat een brug de lucht invliegt. Zijn beheerste en provocerende aftocht wordt nu een vlucht. Plotsklaps is hij vijand nummer één van de Italianen. Maar ook de partizanen nemen hem niet serieus. Ze kennen hem niet en vertrouwen hem niet. Hij wordt weggejaagd. Tenslotte wordt hij door de Italianen als gevangene teruggevoerd naar zijn dorp, vastgebonden op een ezel.

De tragiek van Gruban is dat de Italianen in hem geen gevaarlijke vijand zien, en de partizanen in hem geen onderscheiden kameraad. Niemand neemt Gruban Malić serieus. Behalve het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag! Op aangeven van een Amerikaans journalist werd Gruban geplaatst op de lijst met gezochte oorlogsmisdadigers. Gruban zou in 1992 tijdens de Bosnische oorlog in het beruchte kamp Omarska vrouwen seksueel hebben mishandeld. Deze aanklacht bleek een uit de hand gelopen cafégrap van de oorlogsverslaggever Nebojša Jevrić. Grappenmaker Jevrić liet weten dat hij teleurgesteld was over het feit dat Gruban slechts de 23ste plaats bezette op de lijst met gezochte oorlogsmisdadigers, waarschijnlijk omdat men niet meer van hem wist dan zijn naam. Pas in 1998 werd Gruban van de wanted list verwijderd. Wie meer wil weten over deze farce leze zijn boek Hero on a donkey goes to the Hague.

10 maart 2012

De Servische taal

Onlangs plaatste ik een bericht over de website Slovce. Deze website bestaat uit meerdere pagina’s: een pagina waar taalboekjes – Servisch voor jonge kinderen – gedownload kan worden, een 'extra' pagina waar een taalboekje 'Everyday Serbian for children' voor iets oudere kinderen gedownload kan worden, twee pagina’s (één in het Servisch en één in het Engels) met achtergrondinformatie over deze boekjes, en een tweetalig weblog met actuele informatie over de website.

De primaire doelgroep van Slovce zijn buiten Servië wonende kinderen van een Servisch sprekende vader en/of moeder. Het materiaal is beschikbaar in beide handschriften van het Servisch: het Latijns (srpski), en het Cyrillisch (српски). Het Latijnse alfabet wordt ‘abeceda’ genoemd en het Cyrillische alfabet ‘azbuka’.

Het Cyrillisch is het officiële handschrift in Servië en moet door alle overheidsdiensten worden gebruikt. Verder is een ieder vrij om hetzij het Latijnse handschrift of het Cyrillisch schrift te gebruiken. Taalboeken in het Servisch gaan meestal uit van het Cyrillisch als primair handschrift. Slovce draait het om: Slovce laat kinderen eerst vertrouwd worden met het Latijnse handschrift en dan pas met het Cyrillische schrift. Achterliggend idee is dat kinderen in diaspora in westerse landen meer vertrouwd zijn met het Latijnse alfabet dan met het Cyrillische.

2 maart 2012

Đorđe Balašević komt naar Den Haag

Đorđe Balašević – de bekende zanger en liedjesschrijver uit Novi Sad – komt naar Den Haag! Op zaterdagavond 19 mei treed hij op in het Lucent Danstheater in Den Haag. Het concert begint om 19 uur. De naam die hij aan deze show heeft gegeven is Kalendar Mog Detinjstva, hetgeen vertaald kan worden als ‘Dagboek van mijn jeugd’. Of dat betekent dat hij veel liedjes uit de begintijd van zijn carrière ten gehore gaat brengen – hij is nu 58 – weet ik niet. En of hij Servisch zal praten tijdens zijn conferences tussen de nummers door weet ik ook niet. Ik weet zelfs niet waaruit zijn begeleidingsband dan bestaat. Wat ik wel weet is dat ik er zal zijn. Met vrienden. Nieuwsgierig? In mijn weblogbericht over Đorđe Balašević heb ik een aantal links opgenomen naar YouTube filmpjes van optredens van hem. Lijkt je dat wat? Snel bestellen, want de zaal is al goed gevuld.

12 februari 2012

Witte adelaars boven Servië

Onlangs plaatste weblog Balkanboeken een berichtje over Avontuur in Servië, een ‘gedateerde, anticommunistische avonturenroman van een Brits oud-militair en spion’ uit 1964. Het is de vertaling van The borders of barbarism, geschreven door Eric Williams. Ik heb William’s boek (nog) niet gelezen, maar ik moest denken aan Witte adelaars boven Servië, de Nederlandse vertaling (uitgegeven als een zwarte beertjes thriller) van White Eagles over Serbia uit 1957. Een jaar of vier geleden liep ik min of meer toevallig tegen dit boekje aan en heb ik het gelezen.

De auteur Lawrence Durrell kende ik van zijn boeken over Griekenland – Prospero’s Cell (1945) en The Greek Islands (1978) – en van zijn vriendschap met Henry Miller, auteur van onder meer The Colossus of Maroussi. Ik wist niet dat Durrell van 1948 tot 1952, juist nadat de Joegoslavische premier maarschalk Tito had gebroken met Stalinistisch Rusland, ook afgezant (persattaché) van Groot-Brittannië in Belgrado was geweest. Gedurende deze periode moet hij het materiaal verzameld hebben voor zijn Servische spionagethriller.

Witte adelaars boven Servië is het spannende en prettig leesbare verhaal van Methuen, een Brits geheim agent die door de Foreign Office naar Joegoslavië wordt gestuurd om uit te zoeken wat daar gaande is. Methuen komt terecht in een strijd tussen communisten en royalisten. De ‘witte adelaars’ uit de titel van het boek zijn de royalisten (in het wapen van de vroegere koning van Servië komen twee witte adelaars voor). Een groot deel van het verhaal speelt zich af in het door Durrell prachtig beschreven onherbergzame Servische berglandschap.

Witte adelaars boven Servië is, evenals Avontuur in Servië, verkrijgbaar via Boekwinkeltjes.

5 februari 2012

Mongoolse dromen

Mongoolse dromen is de titel van een roman van de Servische schrijver Svetislav Basara. De roman dateert uit 1992 en is in 2010 in het Nederlands vertaald. Het is de eerste in het Nederlands vertaalde roman van deze auteur. De titel is overigens geen letterlijke vertaling van het Servisch. In het Servisch staat Mongolski bedeker, hetgeen volgens mij vertaald moet worden als Reisgids voor Mongolië (de titel van het tweede hoofdstuk in dit boek). Wellicht dat marketingargumenten de doorslag hebben gegeven voor deze keuze. Dat wil niet zeggen dat de Nederlandse titel de lading helemaal niet dekt.
 
Mongoolse dromen is, zoals de Nederlandse titel aangeeft, geen realistisch verhaal. Mongoolse dromen is een surrealistisch verhaal. In het surrealisme wordt de beperkende invloed van het rationalisme, de vereisten van logica en nut, losgelaten ten gunste van irrationele uitingen. Dat is hier overduidelijk het geval. Maar het is ook, of vooral, een postmoderne roman. In het postmodernisme is de werkelijkheid een talige constructie waarbij het onderscheid tussen fictie en feit komt te vervallen. Hetgeen hier dan ook gebeurt. Maar laat ik me verder niet wagen aan een literatuurtheoretische beschouwing van Mongoolse dromen. In ieder geval is het een absurd verhaal, een verhaal in strijd met de logica. Een droom van de schrijver. Of een droom van één zijn gedroomde personages. Of een verslag van een delirium. (Een delirium is volgens Basara de hoogste vorm van zintuiglijke verfijning, waarmee je de wereld kan waarnemen zoals die is.) Of alles door elkaar. Een ding is zeker: de schrijver gunt de lezer geen standpunt van waaruit je helder kan overzien wat er aan de hand is. Het verhaal zet je als lezer continu op het verkeerde been.

Het absurdisme geeft humor aan dit verhaal. Dat begint al bij de inhoudsopgave. Vijf ‘hoofdstuktitels’ worden hier genoemd: De naam van de regen, Reisgids voor Mongolië, Traktaat van wijlen de heer Mercier over de drie vormen van innerlijke tijd, Psychoanalytische sessie in een kamer van hotel Djengis Khan en De brief van bisschop Van der Garten. Het lezen van deze ‘Inhoud’ resulteerde bij mij in een brede grijns. Ik was al gewonnen voordat ik nog maar één hoofdstuk had gelezen. Humor is er ook in de wijze waarop de verteller, Svetislav Basara, speelt met de logica: ‘Hoe kon Zaharije nu weten dat ik in Mongolië was geweest als ik daar helemaal niet geweest was?’ Dergelijke zinnen doen mij denken aan de ‘onmogelijke’ werken van M.C. Escher. In sommige passages, bijvoorbeeld in de beschrijving van de wijze waarop de bezoeker een bordeel in Mongolië en voormalig Joegoslavië moet binnentreden, is de absurditeit zo groot dat ik me afvraag, waar haalt hij dit vandaan? Heb ik te weinig cultuurhistorische bagage om deze humor te duiden? Of is dit gewoon niet meer dan een droom?

Ondanks alle absurditeit is Mongoolse dromen in de basis een serieus verhaal van een schrijver die worstelt met zijn schrijverschap in een postmoderne tijd. De verteller in het boek is overigens Svetislav Basara zelf. Drie delen heb ik onderscheiden: een kort eerste deel waarin de schrijver een interessante aanleiding krijgt voor een roman waarna hij begint met drinken; een tweede deel waarin hij zijn absurde dromen over zijn verblijf in Mongolië beschrijft en, vanaf ongeveer tweederde van het verhaal, een deel waarin hij reflecteert over zijn schrijverschap en zijn jeugd. In dit deel, waarin hij suggereert dat authenticiteit vooral bij kinderen te vinden is, sluit hij qua thematiek aan bij Miroslav Krleža in zijn autobiografische verhaal Kinderjaren in Agram.

Zoals de auteur schrijft is Basara een rare naam, niet meer dan een firmanaam. Maar ook zijn voornaam, Svetislav, is geen gebruikelijke naam in Servië. Letterlijk betekent het ‘heilige Slaaf’, waarbij ‘Slaaf’ verwijst naar iemand die behoort tot het Slavische volk. Uit zijn verhaal kan ik concluderen dat hij vernoemd is naar zijn grootvader, waarschijnlijk van moeders kant, die woonde in het dorpje Bajina Bašta aan de Drina, in het uiterste westen van midden Servië.

In het absurde verslag van zijn worsteling met zijn schrijverschap komen een aantal thema’s naar voren die de schrijver in het verhaal bezighoudt. In de eerste plaats de relatie tussen fictie en werkelijkheid. Basara is ‘een eclatante hater van tijd, ruimte en eenheid van handeling’. Dat is duidelijk. En verder schrijft hij: ‘Het verschil tussen de documentaire en fictieve bouwelementen voor een roman is slechts van zuiver formele aard’. Een voorbeeld: tegen de psychoanalyticus Dr. Andreotti zegt Basara: 'Herinnert u zich het epigram van Fuentes aan het begin van deze gids?' (Waarbij ‘gids’ verwijst naar de Servische titel van zijn boek.)

Volgens Basara leeft de moderne mens in het tijdperk van de Kali Yuga, het duistere tijdperk, waarin de mens geestelijk degenereert en zich vooral bezighoudt met de fysieke aspecten van het leven. In het hele verhaal blijkt Basara’s weerzin tegen deze wereld en deze tijd in het algemeen, de wereld waar mensen met een innerlijke tijd die sneller loopt dan de uitwendige tijd hun Torens van Babel hebben gebouwd. Basara heeft een gruwelijke hekel aan deze verlichte eeuw, waarin alles wordt onderzocht en uitgeplozen terwijl ‘iedereen weet dat de werkelijke dingen zich in het duister verborgen houden’. Volgens Basara is een absurdistische of nihilistische instelling de meest rationele manier is waarop je de wereld kunt beschouwen, ‘als je het oord waar wij onze dagen doorbrengen tenminste nog zo kunt noemen’. Wat bij deze tirades ook opvalt is zijn afkeer van socialisme en communisme. Zijn cynisme in deze doet mij denken aan de roman Gapende hoogten, een satirische beschrijving van de Sovjet-Unie van de hand van Aleksandr Zinovjev.

Basara gebruikt zijn eigen naam voor de hoofdpersoon in dit boek. Dat wil niet zeggen dat de opvattingen van de hoofdpersoon Svetislav Basara dezelfde hoeven te zijn als die van de ‘echte’ Svetislav Basara. Ik ken Basara niet, maar ik heb gelezen dat hij ambassadeur van Servië is geweest en het lijkt mij dat sommige opvattingen in dit boek niet echt passen bij iemand met een dergelijke functie. Ook hier, door zijn eigen naam in het verhaal te gebruiken als verteller heeft de echte Basara het onderscheid tussen fictie en realiteit opgeheven.

Over Mongoolse dromen kunnen hele boekwerken geschreven worden. Voor de één is dat een kenmerk van goede literatuur. Een ander zal zich afvragen: wat heb ik nou eigenlijk gelezen?

15 januari 2012

De hond van Tišma

In de winter van 1999 reisde Geert Mak naar Novi Sad, de Servische stad aan de Donau die net een paar maanden daarvoor door NAVO-vliegtuigen was gebombardeerd. In Novi Sad sprak Geert Mak met Aleksandar Tišma, de schrijver van prachtige, ook in het Nederlands vertaalde boeken als Het boek Blam en Argwaan en Vertrouwen. Van dit gesprek heeft Geert Mak verslag gedaan in zijn monumentale In Europa, gepubliceerd in 2004.

Van de hand van Geert Mak kwam begin dit jaar een klein boekje op de markt met als titel De hond van Tišma. De titel verwijst inderdaad naar de hond – Jackie – van de Servische schrijver Aleksandar Tišma. Maar de inhoud van het boekje gaat (uiteraard) niet over de hond van Tišma. De ondertitel is wat dat betreft verhelderend: Wat als Europa klapt? In het boekje geeft Mak zijn analyse van de huidige economische en politieke situatie waarin Europa zich bevindt. Een momentopname, dat spreekt.

Waarom die titel? Tijdens zijn bezoek vertelde Tišma aan Mak een verhaal over zijn hond Jackie. In Maks woorden: “Op een winterdag was het dier weggelopen, langs de Donau, en op een of andere manier was het op een ijsschots beland. Kinderen uit de buurt kwamen hem halen: ‘Mijnheer Tišma, uw hond verdrinkt!’ Hij rende erheen, riep de hond keer op keer bij de naam, maar Jackie bleef maar op die schots zitten, als verstijfd. Het beest verkeerde in een complete shock. Uiteindelijk wist een van de kinderen hem bij zijn nekvel te pakken, en alles liep goed af.” Tišma gebruikte deze anekdote als metafoor voor de situatie van het uiteenvallende Joegoslavië: “Zo is het op dit moment ook met ons. We zitten als verstijfd op een ijsschots, we weten niet wat te doen, en ondertussen zeilen we weg op de stroom.” De huidige malaise in Europa overziend, moet Mak terugdenken aan Tišma’s verhaal en zijn metaforische gebruik van dit gegeven.

Aleksandar Tišma overleed in 2003. In 2010 maakte ik kennis met zijn zoon, Andrej Tišma, kunstenaar en kunstcriticus. Naar aanleiding van het interview met Geert Mak over zijn ophanden zijnde boekje De hond van Tišma in NRC stuurde ik Andrej begin dit jaar een mail. Andrej bevestigde het verhaal dat zijn vader aan Geert had verteld. Een ingrijpende gebeurtenis moet het zijn geweest, want het speelde zich al lang geleden, eind jaren zestig of begin jaren zeventig, af. Andrej schreef dat hij nooit had kunnen denken dat hun hond Jackie nog eens in de publiciteit zou komen.

Andrej verwoordde het gebeurde aldus: “I remember, actually I was walking Jackie (male) that day by Danube, it was snow and ice everywhere. There was a strip of ice about 10 meters wide along the river bank, and suddenly, as he sniffed around, Jackie went over that strip too far, and his rear legs broke the ice and in one moment his back was in water. But he somehow managed to climb onto ice, and was so afraid that he stayed there and couldn't move. I called him but he just stood there and stared at me. I was afraid to go to take him because ice was thin and I would end up in water too. I didn't know what to do, I was in panic, same as dog. Also the ice plate on which he stood was slowly moving, breaking apart from the strip, being hit all the time by flowing ice blocks in the current. I was shocked and I thought that I will lose Jackie. But then a young man walking by seeing that situation found few planks in that surrounding and layed them over the ice, went to Jackie and took him in arm and saved him. That was a happy end ;)”

En hij voegde er nog een aardige anekdote over Jackie aan toe: “My father used to say that Jackie is smarter than some university professors. Once he gave Jackie to some people to take him to a village in a van, and keep him there because he thought it is bad for dog to be in town and in street (Jackie stayed free all day in street, only went to sleep in our yard during night, that made us problems sometimes). After few moths Jackie returned home to my great joy, with a piece of rope around his neck, which was cut off.” Andrej eindigde met ”Thank you for reminding me of my beloved Jackie.”

13 januari 2012

Slovce

Slovce is Servisch voor ‘kleine letter’. Het is afgeleid van slovo, dat ‘letter’ betekent. Slovce is ook de naam van een nieuwe website: http://www.slovce.com/ of http://slovce.blogspot.com/. De site heeft een mascotte: Fokica, een lief zeehondje.


Op de home page staat – in het Servisch en in het Engels – dat deze site toegang geeft tot studiemateriaal waarmee Servisch geleerd kan worden. Op de volgende pagina’s wordt uit de doeken gedaan voor wie het materiaal is gemaakt, hoe het is opgebouwd, waarom het is gecreëerd en onder welke condities het kan worden gedownload en gebruikt. Het materiaal zelf, dat te vinden is op de laatste pagina, bestaat uit acht presentaties, vier delen Latinijada (Servisch met latijnse letters) en vier delen Cirilijada (Servisch met cyrillische letters).

De presentaties zijn primair bedoeld voor kinderen die al een beetje Servisch kunnen spreken maar niet in Servië wonen, voor kinderen van Servische ouders die buiten Servië wonen en werken. Maar het materiaal is ook geschikt voor volwassenen die op een aangename wijze kennis willen nemen van de Servische taal. Maar zelfs als je geen Servisch wil leren is het de moeite waard het studiemateriaal te bekijken. Ik heb alle acht delen al gedownload en afgedrukt en ik moet zeggen, het ziet er indrukwekkend uit. Het valt te zien dat het met veel zorg, liefde en creativiteit is gemaakt. Ik behoor niet tot de primaire doelgroep, maar het materiaal inspireert om langs deze weg kennis te verkrijgen van de Servische taal. Aan hen die geïnteresseerd zijn in de Servische taal, of in het instrueren van de Servische taal aan kinderen, kan ik deze taalboeken dan ook van harte aanbevelen. En ik ben niet de enige. Lees het ingezonden commentaar maar op de home page!