23 januari 2011

Sleutelkruid

Sleutelkruid (Raskovnik in het Servisch) is een autobiografisch geïnspireerde roman in vijf ‘boeken’ van Borislav Čičovački. In ieder ‘boek’ wordt een fase uit het leven van hoofdpersoon Filip beschreven vanuit een ander perspectief en door een andere verteller. De titels van de vijf boeken verwijzen naar boeken die in de beschreven fase belangrijk waren voor de hoofdpersoon. Sleutelkruid valt ook op door de vele verwijzingen naar literatuur en muziek, met name in het vierde hoofdstuk. En door de wijze waarop de auteur zijn hoofdpersoon tegen de wereld laat aankijken. Een aanrader dit boek!

De titel van het eerste boek Russische sprookjes verwijst naar het boek dat Filip op zijn vijfde verjaardag cadeau kreeg en dat hij – het liefst door zijn oma – liet voorlezen. De verteller is een alwetende buitenstaander die het heeft over ‘De Jongen’. Zijn verhaal wordt afgewisseld met dagboekfragmenten van de moeder van de jongen. Vlak voor het einde van het eerste boek, als de jongen inpakt om te verhuizen naar een stad in het noordwesten van Vojvodina, wordt hij voor het eerst Filip genoemd.

Het tweede boek gaat over Filips gymnasiumtijd in de stad Sombor. De titel Dendrologie verwijst naar zijn lievelingsboek in die jaren, waarin hij interesse kreeg voor bomen en planten. De verteller is de hoofdpersoon die een fotoboek aan iemand laat zien. In Sombor en omgeving doet Filip zijn eerste dendrologisch onderzoek. En wordt hij voor het eerst verliefd.

In het derde boek vertelt één van Filips vrienden, een zekere Dušan, over Filips studietijd in Novi Sad; over de faculteit Biologie, het studentenhuisleven en over de dood van Filips moeder. De titel Encyclopedie van de doden verwijst naar een boek van de Servische schrijver Danilo Kiš (Enciklopedija mrtvih) uit 1983. Filip studeert biologie (bomen en planten) bij een zekere Ivanka, die hem als haar assistent wil. Zijn afstuderen wordt steeds uitgesteld. Hij wil niet in militaire dienst en vlucht naar Nederland.

In het vierde boek beschrijft Filip in de vorm van dagboekfragmenten zijn leven in Nederland na zijn vlucht uit Novi Sad in 1991. De titel Jozef en zijn broeders verwijst naar een boek in vier delen van de Duitse schrijver Thomas Mann (Joseph und Seine Brüder). Dit boek, gebaseerd op het Bijbelse verhaal, was steun en toeverlaat voor Filip in zijn eerste Amsterdamse jaren. Langzaam maar zeker kruipt hij uit de goot.

In het laatste boek verhaalt een alwetende verteller, die zich bedient van de toekomende tijd en de hoofdpersoon aanpreekt met ‘je’, over het leven van Filip tien jaar later, in de jaren 1999 tot 2001. De titel Volksverhuizingen verwijst naar boeken van de Servische schrijver Miloš Crnjanski (Seobe uit 1929 en Seobe, knjiga druga uit 1962). Filip kan aanvankelijk niet terug naar zijn geboorteland. Dan wordt ‘de tiran‘ opgepakt. Filip gaat terug en studeert af als bioloog. Hij reist heen en weer tussen Nederland en Servië en ontmoet in Servië de vrouw met wie hij trouwt. Met haar wil Filip terug naar Nederland.

De bruggen van Novi Sad

Bruggen zijn van economisch en strategisch belang. Dat is altijd al zo geweest. Zonder brug is een brede snelstromende rivier, zoals de Donau, een moeilijk te nemen hindernis. En een natuurlijke grens. Bij Novi Sad wordt de Donau anno 2011 overspannen door drie bruggen: de Most Slobode (Vrijheidsbrug), de Most Varadinska (Varadin brug) en de tijdelijke vervanging van de Most Žeželj (de brug van ingenieur Žeželj). Genoemde bruggen zijn vrij nieuw. Ze zijn gebouwd nadat eerdere bruggen in 1999 door bommenwerpers van de NAVO werden vernietigd. Het was – na de eerste en tweede wereldoorlog – de derde keer dat de bruggen in Novi Sad werden opgeblazen.

De Most Slobode is de meest zuidelijke brug en verbindt de Bulevar Oslobođenja met het dorp Sremska Kamenica en het natuurgebied Fruska Gora. Het is een mooie, lange en moderne brug met meerdere rijbanen. De bovenste foto is genomen vanaf het strand, dat onder de brug doorloopt. De Most Slobode werd gebouwd in 1981. Het was toentertijd een knap staaltje (Joegoslavische) techniek. Een symbool van het moderne Novi Sad. Totdat op 3 april 1999, om acht uur ’s avonds, de brug met drie NAVO-projectielen werd vernietigd. Zeven personen raakten gewond. Tussen 2003 en 2005 werd de brug met financiële steun van de EU volgens het oorspronkelijke ontwerp herbouwd.

De eerstvolgende brug stroomafwaarts is de Most Varadinska. Deze verbindt het centrum van Novi Sad met het bastion van Petrovaradin (Petrovaradinska tvrđava). De onderste foto is genomen vanaf dit bastion. De Varadinski Most werd als eerste op 1 april 1999, de dag van het Orthodoxe paasfeest, om vijf uur ‘s morgens door de NAVO vernietigd. De nieuwe Varadinski Most werd herbouwd op de verhoogde pilaren van de oude brug en geopend in oktober 2000.


De huidige Most Žeželj is een tijdelijke brug met één rijbaan voor zowel auto- als treinverkeer (de rails liggen verzonken in het wegdek) die het noordelijke deel van Novi Sad verbindt met de dorpen Petrovaradin, Sremski Karlovci en verder. Deze brug vervangt de Žeželjev Most die tussen 1957 en 1961 was gebouwd naar een ontwerp van ingenieur Branko Žeželj. Deze brug had gescheiden banen voor auto’s, treinen en voetgangers. Vijf bombardementen waren tussen 20 en 26 april 1999 nodig om deze robuuste brug te vernietigen. Treinverkeer van Belgrado naar Novi Sad en verder (Boedapest) was nu niet meer mogelijk. Vervanging had derhalve de hoogste prioriteit. Al in mei 2000 werd de tijdelijke brug geopend door Slobodan Milošević. Onlangs werd bekend dat de brug conform het oorspronkelijke ontwerp zal worden herbouwd met financiële steun van de EU. De ambitie van het bestuur van de provincie Vojvodina is om de brug in 2012 gereed te hebben.

16 januari 2011

Goran Bregović in concert

Goran Bregović (rechts op de foto) is componist, bandleider, gitarist en zanger. Bregović komt niet uit Novi Sad (zoals Đorđe Balasević, waarover later) en zelfs niet uit Servië (hij is geboren in Sarajevo). Toch kan hij in mijn blog niet ontbreken. Bregović is met zijn band één van de meest vooraanstaande vertegenwoordigers van de zogenaamde Balkan Brass. Volgens sommigen wordt tijdens het jaarlijkse koperblazerfestival in het dorpje Guča met Balkan Brass de ziel van Servië blootgelegd.

Maar Bregović is niet alleen bandleider van een ‘zigeunerblaasorkestje’. Hij componeerde muziek voor een aantal films waaronder Underground van Emir Kusturica (met het bekende Kalashnikov) en La reine Margot van Patrice Chéreau. Zijn muziek is ook te horen in de film Borat. Vijfentwintig CD’s heeft hij al op zijn naam staan. Onder andere met de rockgroep waarmee hij beroemd werd: Bijelo dugme. De afgelopen jaren maakte hij muziekopnamen met Griekse, Turkse en Poolse zangers. En o ja, hij schreef Ovo je Balkan (‘Dit is de Balkan’) dat in 2010 tijdens het Eurovisiesongfestival in Oslo voor Servië werd vertolkt door Milan Stanković.

Vorig jaar september trad het Goran Bregović Wedding and Funeral Orchestra op in de Grote Kerk in Den Haag. Een bijzonder orkest: vier strijkers (violen en een cello), zes zangers van een Orthodox mannenkoor uit Belgrado (in stemmig zwart), vijf koperblazers (trompetten, hoorns, saxofoon), twee Bulgaarse zangeressen (in traditionele klederdracht), en een jongeman die niet alleen de grote drum (de traditionele Goc) en soms de accordeon bespeelde, maar ook veel van de vocale partijen voor zijn rekening nam (zijn naam is Alen Ademović). Stuk voor stuk fantastische muzikanten. Goran zelf, gekleed in een wit pak met rode schoenen, bespeelde zijn blauwe elektrische gitaar en ondersteunde het orkest vocaal. En daarmee bedoel ik niet alleen dat hij zong, maar vooral dat hij zijn orkest aanvuurde en opzweepte met perfect getimede rauwe kreten. Het repertoire die avond bestond uit swingende Balkan Brass, waarbij (bijna) iedereen uitzinnig stond te dansen in de kerk, en rustiger religieus aandoende muziekstukken, waarbij het koor en de strijkers de hoofdrol opeisten.

Het bijwonen van een optreden van Bregović en zijn orkest kan ik iedereen van harte aanbevelen. Het is echt een feest. Maar als je de gelegenheid niet krijgt, en je hebt ook geen geld genoeg om Gorans Wedding and Funeral Orchestra in te huren, beluister dan zijn laatste CD Alkohol. Deze live CD heeft als ondertitel Šljivovica & Champagne. Daarmee verwijst Goran enerzijds naar Balkan Brass (Šljivovica) en anderzijds naar meer westers klinkende composities (Champagne). Zijn Haagse concert maakte deze scheiding waar. Op Alkohol wordt volgens mij alleen maar goede Šljivovica geschonken.

9 januari 2011

Mileva Marić

Mileva Marić werd in 1875 geboren in Titel, een dorp in Vojvodina, 35 km ten oosten van Novi Sad. De ouders van Mileva waren welgesteld: zij bezaten een landgoed in Titel, een huis in Novi Sad en een zomerhuis in het dorp Kać. Mileva ging rond 1900, als één van de eerste vrouwen in Europa, wis- en natuurkunde studeren in Zürich, aan het Polytechnikum, de technische hogeschool. Op het universiteitsterrein in Novi Sad, vóór het Institute of Physics, staat een borstbeeld van Mileva; zie foto hiernaast.

Mileva is vooral bekend geworden als de (eerste) vrouw van Albert Einstein (in het Servisch ‘Ajnštajn’ of 'Ајнштајн'). In de sokkel onder haar borstbeeld is haar naam dan ook met de toevoeging 'Einstein' gebeiteld (met Cyrillische letters): Милева Марић Ајнштајн. Sommigen beweren dat Mileva een niet onbelangrijke rol heeft gespeeld bij de ontwikkeling van Einsteins vroege theorieën. Mileva ontmoette Albert in Zürich. In 1903 trouwde het paar, in 1914 gingen zij weer uit elkaar. Samen kregen ze een dochter: Lieserl in 1902 (het lot van Lieserl is onbekend), en twee zonen: Hans Albert in 1904 en Eduard in 1910. Het paar woonde onder meer in Bern, Zürich, Berlijn en Praag. Een paar keer brachten zij een bezoek aan de ouders van Mileva in Vojvodina.

In Novi Sad verbleven zij in het huis van de familie Marić, Kisačka ulica 20, tegenover restaurant Bela Lađa (‘het witte schip’). Op de gevel van het huis op nummer 20 is een herinneringsplaquette bevestigd. Op de foto staat het huis met nummer 18. Dit huis lijkt erg op dat van de familie Marić. Via de toegangspoort kom je op een binnenplaats, en van daar in het huis zelf. In de wijk waar dit huis staat worden veel oude huizen gerenoveerd, of gesloopt en vervangen door nieuwbouw. De vooruitgang is ook in Novi Sad niet tegen te houden. Maar het is wel jammer, want met name die oude huizen zijn erg schilderachtig en kenmerkend voor het oude Novi Sad. Bovendien spelen een aantal verhalen van Aleksandar Tišma juist in deze buurt.

Tijdens hun bezoek aan Novi Sad in 1913 werden beide zonen van Mileva en Albert op verzoek van Mileva’s ouders gedoopt als orthodox-christen. Dat gebeurde in de kleinste orthodoxe kerk van Novi Sad: de kerk van de heilige Nicolaas (Nikolajevska crkva), op een rustig plekje in het oude centrum van de stad; zie foto hiernaast.

Of het landgoed van de familie Marić in Titel nog bestaat en te bezichtigen is weet ik niet. Het zomerhuis in Kać bestaat niet meer. Op de plek staat nu een moerbeiboom. Die boom staat vlakbij Salaš 84, een oude traditionele boerderij waar tegenwoordig kan worden gegeten, gedronken en overnacht.

Over Mileva is veel geschreven, onder andere door M. Popović in In Albert's Shadow: The Life and Letters of Mileva Marić en door Desanka Trbuhovic-Gjuricin in Mileva Einstein. Maar het leven van Mileva is ook bron van inspiratie geweest voor een aantal fictieve werken, waaronder The Einstein Girl van Philip Sington.


2 januari 2011

Jovan Jovanović Zmaj

Jovan Jovanović Zmaj, geboren in 1833 in Novi Sad en overleden in 1904 in Sremski Kamenica, vlakbij Novi Sad, is één van de bekendste Servische dichters. De toevoeging ‘Zmaj’ achter zijn eigenlijke naam is een bijnaam (zmaj betekent ‘draak’) die het gevolg is van een foutieve lezing van ‘Змај’ (zoals ‘3 mei’ in het Cyrillisch wordt gespeld). Deze datum verwijst naar 3 mei 1848, de datum waarop de Serviërs in Sremski Karlovci tijdens de zogenaamde ‘Mei Bijeenkomst’ meer autonomie verzochten.

Jovanović studeerde rechten en medicijnen in Boedapest, Praag en Wenen. Als arts heeft hij ook gepraktiseerd. Maar zijn hart lag bij de letteren. Hij schreef in veel genres maar is vooral bekend door zijn kindergedichtjes. Veel Serviërs kennen deze gedichtjes uit hun hoofd, zonder te weten dat ‘Zmaj’ ze heeft geschreven. Wellicht vanwege zijn kindergedichtjes is één van de grootste festivals voor kinderen in Servië naar hem vernoemd: de ‘Zmaj kinderspelen’ (Zmajeve dečje igre). Als literator was hij de drijvende kracht achter een aantal literaire tijdschriften, waaronder een satirisch tijdschrift met de titel Zmaj. Als vertaler heeft hij onder meer het werk van de Russische schrijver Lermontov vertaald naar het Servisch.

In Novi Sad is een straat en een school naar hem vernoemd. De Ulica Zmaj Jovina ligt tussen de Trg Slobode en het Vladicanski dvor, het bisschoppelijk paleis, op de hoek van de Ulica Dunavska en Ulica Nikole Pašića. De Zmaj Jovina is nu een brede voetgangerspromenade met winkels en veel terrasjes die, als het weer goed is, tot ’s avonds laat goed bezet zijn. De hele straat is mooi opgeknapt: de bestrating zelf (siertegels), de gevels van de huizen (geschilderd in pasteltinten) en de verlichting (ouderwetse lantarenpalen met bloembakken). Vlak voor het Vladicanski dvor staat sinds 1984 een beeld van Jovan Jovanović Zmaj (zie foto boven).


Het Gymnasium Jovan Jovanović Zmaj ligt achter het Vladicanski dvor, de Saborna crkva (de Orthodoxe kathedraal) en de Servische academie voor wetenschappen en kunsten. Op een prachtige locatie dus. Het is een groot klassiek en streng ogend gebouw (zie foto hierboven) met aan  de voorzijde een grote afgesloten tuin met beelden. De eigenlijke ingang ligt aan de achterzijde van het gebouw, aan de Ulica Zlatne Grede. Volgens zeggen is dit de plek om je voeten droog te houden als de Donau buiten haar oevers treed. Veel bekende personen hebben als leerling dit gymnasium bezocht, waaronder Jovan Jovanović Zmaj zelf. Andere bekende namen zijn: Svetozar Miletić (politicus), Jovan Soldatović (beeldhouwer) en Đorđe Balašević (zanger en componist).

Wegwijs in Novi Sad

Mijn eerste kennismaking met Novi Sad en het Servisch was met de plattegrond van Novi Sad voor ogen. Wat betekenen veelvoorkomende woorden als trg, ulica, kej en most? En hoe moet je ze uitspreken?

Trg is Servisch voor plein. En je spreekt het uit ongeveer als [trùk], met een korte rollende ‘r‘ en een heel korte ’ù’. Bekende pleinen in Novi Sad zijn het Trg Slobode, het Trg Galerija en het Trg Mladenica. Slobode is vrijheid; Trg Slobode is dus Vrijheidsplein, het centrale plein in Novi Sad met onder andere het stadhuis. Trg Galerija kan worden vertaald als Museumplein. Het is niet te vergelijken met het Museumplein in Amsterdam, maar er bevinden zich wel drie musea die de moeite van een bezoek meer dan waard zijn. Trg Mladenica [Mladenitsa] geeft wat meer problemen. Op 22 maart vieren Serviërs die het orthodoxe geloof aanhangen Mladenci, een feest voor hen die in het jaar voorafgaand zijn getrouwd. Trg Mladenica kan dan worden vertaald als ‘Plein van bruid en bruidegom’ of als ‘Plein van de pas getrouwden’. Het is waarschijnlijk geen toeval dat zich aan het plein het gemeentekantoor bevindt waar men voor de wet kan trouwen.

Ulica betekent straat en je spreekt het uit als [oelìtsa]. De c zonder streepje of dakje erboven spreek je uit als ‘ts’. Een paar bekende voorbeelden: Ulica Jevrejska (Jodenstraat), Ulica Zmaj Jovina (Zmaj Jovina straat), Ulica Dunavska (Donaustraat), Ulica Nikole Pašića (Nikole Pašić straat). Het woord ulica wordt vaak, bijvoorbeeld op postadressen, weggelaten. Dan staat er gewoon Futoška 9 of Dunavska 31. Put [poet] is het Servische woord voor ‘weg’. Veel wegen kent Novi Sad echter niet.

Bulevar [boelevar] is zoals je verwacht boulevard. De allerbekendste zijn de Bulevar Oslobođenja, wellicht de drukste weg in de stad van het station naar de Donau en de Bulevar Mihajlo Pupin. Ook die eindigt bij de Donau. Bulevar Oslobođenja kan worden vertaald als ‘Boulevard van de Bevrijding’. Mihajlo Pupin is de naam van een in Servië geboren natuurkundige. Hierboven is het woord Donau al drie keer gevallen. Inderdaad, de Donau – in het Servisch Dunav [Doenav] – stroomt door of, beter eigenlijk, langs Novi Sad. Stroomopwaarts ligt Boedapest; stroomafwaarts Belgrado. Langs de Donau liggen kades: de Kej Žrtava Racije (Kade van de slachtoffers van de razzia) en de Beogradski Kej (Belgrado kade). Most is het Servische woord voor brug. De Donau kan in Novi Sad via drie bruggen worden overgestoken. Maar daarover later meer.

1 januari 2011

Aleksandar Tišma

Tijdens een korte vakantie in de zomer van 2008 kocht ik bij boekhandel De Tribune in Maastricht mijn eerste uit het Servo-Kroatisch vertaalde boek: Het boek Blam van Aleksandar Tišma. Ondertussen heb ik deze indrukwekkende roman meermalen gelezen. Tišma (spreek uit als ‘Tiesjma’) werd in 1924 als zoon van een Hongaars-joodse moeder en een Servische vader geboren in Horgoš, een dorpje in het uiterste noorden van Servië, tussen Subotica en het Hongaarse Szeged. Hij bezocht de lagere en middelbare school in Novi Sad en studeerde in Boedapest en Belgrado. Tussen 1993 en 2000 woonde hij in vrijwillige ballingschap in Parijs. Een groot deel van zijn leven werkte hij als journalist in Novi Sad, alwaar hij in 2005 overleed.

Tišma wordt gezien als één van de grootste schrijvers uit Midden-Europa. Zijn werk is in veel talen vertaald, met name naar het Duits. Nederlandse vertalingen zijn: Het boek Blam [Knjiga o Blamu], De school der goddeloosheid [Škola bezbožništva], Argwaan en vertrouwen [Vere i zavere], Die wij liefhebben [Koje volimo], Het gebruik van de mens [Upotreba čoveka] en De kapo [Kapo]. Uit het Hongaars, zijn tweede moedertaal, vertaalde Tišma werk van onder andere Imre Kertész (Onbepaald door het lot) naar het Servisch. Over Tišma werd in Nederland geschreven door onder andere Geert Mak, Piet de Moor en Michaël Zeeman. Zelf zal ik in dit blog nog vaak refereren aan zijn werk.

De centrale vragen in het (vertaalde) werk van Tišma zijn: Waarom doet een mens kwaad? Hoe gaat een slachtoffer met het aangedane kwaad om? Het mag dan ook niet verbazen dat de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende periode het kader vormen waarbinnen Tišma zijn verhalen laat afspelen. De locatie is vaak Novi Sad en omgeving. Zware kost zo lijkt het. Wellicht, maar Tišma weet dat wat hem bezighoudt – en dat is ook de liefde – zo te verwoorden en te structureren dat niet alleen een gevoel van beklemming maar ook van bewondering overblijft.

Al het (vertaalde) werk van Tišma kan ik van harte aanbevelen. Om de vertaalde boeken van Tišma te lezen moet je of naar een goede bibliotheek of op internet gaan zoeken naar een tweedehands exemplaar, bijvoorbeeld op Boekwinkeltjes.nl. Alleen Het boek Blam is misschien nog via de reguliere boekhandel te verkrijgen. Afgelopen week zag ik Het boek Blam bij Selexyz in de ramsj, voor nog geen zeven euro. Ik heb er een paar aangeschaft, als cadeau voor vrienden en kennissen.

In den beginne … de muzen

Lang geleden las ik mijn eerste Russische roman: Dostojevski’s ‘Misdaad en Straf’ zoals deze klassieker over schuld en boete in de Russische Bibliotheek heet. Sindsdien heb ik veel Russische verhalen en romans gelezen. Gontsjarow, Dostojevski, Toergenjew, Tolstoj, Tsjechow, Boenin, Boelgakov. Om enkele grote namen te noemen. Nog steeds geniet ik van ‘de Russen’. Dat kan ik niet van alle literatuur zeggen. Angelsaksische romans en verhalen, bijvoorbeeld, spreken mij veel minder aan. Ik geloof dat ik mij meer thuis voel op het Europese continent.

Drie jaar geleden ontmoette ik Dragana, geboren in wat toen nog heette Joegoslavië (en nu Servië). Ik wist amper iets over dit land. Behalve dat Servië – en daarmee impliciet iedere Serviër – in de politiek en de media ongenuanceerd werd en wordt neergezet als de grote slechterik van Europa: nationalistisch en gewelddadig. Anyways, Dragana inspireerde mij om mij te verdiepen in het land dat zij had achtergelaten. Ik begon te lezen. Niet alleen informatieve teksten, maar ook literatuur. En in mei 2010 bezocht ik - met vriendin Irma - Novi Sad in de provincie Vojvodina. Een nieuwe wereld ging voor mij open. Een Slavische wereld alweer. Maar anders.

Middels deze blog – die ik opdraag aan mijn muzen – wil ik uiting geven aan mijn huidige interesse en enthousiasme voor Servië in het algemeen en voor Servo-Kroatische literatuur en beeldende kunsten in het bijzonder. Bovendien wil ik met mijn blog een bescheiden bijdrage leveren aan een genuanceerder en daarmee positiever beeld van Servië. Verwacht echter geen kritische analyses. Het primaire doel is mijn Nederlandse vrienden en kennissen – en alle andere geïnteresseerden – kennis te laten maken met het onbekende Servië. Door mijn ogen. Niet alleen zal ik kort berichten over literatuur en beeldende kunsten, maar ook over wetenschap en cultuur, over programma’s en boeken over Servië, en over hetgeen ik zelf heb gezien en ervaren tijdens mijn eerste te korte bezoek aan Novi Sad en omstreken.