31 december 2011

Srećna Nova Godina

Ik wens alle lezers en bezoekers van mijn weblog een gelukkig nieuw jaar!
Sre
ćna Nova Godina, zoals men zegt in Servië.


Een jaar geleden begon ik aan mijn weblog ‘Mijn Novi Sad’, over Novi Sad, Vojvodina, Servo-Kroatische literatuur, kunst en muziek. Achtendertig (38) berichten heb ik tot nu toe geschreven (zevenendertig in het Nederlands; één in het Engels). Drieëndertighonderd (3300) keer is mijn weblog in 2011 bezocht. Van die 3300 kwamen er ruim bezoekers 2500 uit Nederland. Op de tweede plaats, met grote achterstand, België met bijna 200 bezoeken. Op de derde plaats Servië met 196 bezoeken. Daarna de VS met 153, Duitsland met 99 en Rusland met 67 bezoeken.

De tien meest bezochte pagina’s (weblogberichten) in 2011 zijn Szentendre (152 pageviews), Paja Jovanović (90 pageviews), De bruggen van Novi Sad (70 pageviews), Laza Kostić (56 pageviews), Petrovaradin (43 pageviews), Goran Bregović in concert (38 pageviews), Jovan Jovanović Zmaj (34 pageviews), Servisch-orthodoxe kerken (31 pageviews), Kloosters in Fruška Gora (31 pageviews), Novi Sad razzia 1942 (30 pageviews).

De meest gebruikte zoektermen zijn: mijnnovisad (58x), volksverhuizingen (32x), volksverhuizing (23x), andrej tisma (19x), tauben fliegen auf (16x), mijnnovisad blogger (14x), grote volksverhuizing (10x), djordje balasevic (9x), novi sad restaurant het einde van de wereld (8), štrand novi sad (8). Maar ook zonder een zoekterm is mijn weblog gevonden. Er zijn mensen die mijn website als favoriet hebben gekenmerkt. Anderen, zelf bloggers, volgen mijn weblog. Aan kennissen stuurde ik via mail of Twitter een link zodra ik een nieuw bericht had gepubliceerd. En ik had, ik weet niet hoe, een link gekregen op de Servië startpagina. Maar dit is slechts een selectie van de wijzen waarop men mijn weblog heeft gevonden.

Ook in 2012 ga ik weblogberichten schrijven. Wel zal de frequentie minder zijn. Welke onderwerpen ik ga behandelen, hangt mede af of ik Vojvodina weer ga bezoeken. Ik hoop van wel. In ieder geval ben ik voornemens berichten te maken over Servo-Kroatische literatuur, zowel van de klassiekers als van nieuwe uitgaven. Tot volgend jaar!

25 december 2011

Stefan Milenković

Een week geleden had ik nog nooit van Stefan Milenković gehoord. Maar dinsdag aanstaande treedt hij op – hij speelt viool – in Novi Sad. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt.

Milenković werd in 1977 in Belgrado geboren. Op driejarige leeftijd begon hij met vioolspelen. Op 16-jarige leeftijd had hij al duizend concerten geven. Hij speelde op jeugdige leeftijd onder meer voor de Amerikaanse president Ronald Reagan, Sovjetleider Michail Gorbatsjov en paus Johannes Paulus II. In 1994 werd hij uitgenodigd te studeren aan de Juilliard School, het prestigieuze conservatorium in New York. Bij internationale concoursen eindigde hij als winnaar of finalist. In 2003 werd hij benoemd tot universitair docent aan de Juillard School. Op zijn tournees werkte Stefan samen met beroemde orkesten en gerenommeerde dirigenten. Tegenwoordig is hij universitair hoofddocent viool aan de Universiteit van Illinois. Behalve als begaafd violist staat Stefan Milenković ook bekend om zijn humanitaire betrokkenheid. Voor een uitgebreide biografie verwijs ik naar zijn website.

Dinsdagavond 27 december aanstaande treed hij dus op, samen met het kamerorkest Gudači Svetog Đorđa (de strijkers van Sint Joris) in de Synagoge van Novi Sad. Een uitverkocht galaconcert. Op het programma staan de Vier Seizoenen in Buenos Aires (voor viool en strijkers) van de Argentijnse bandeonist Astor Piazzolla, La Campanella van de Italiaanse vioolvirtuoos Niccolò Paganini en de Serenade voor strijkers van de Russische componist Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (met de bekende wals). Een gevarieerd programma dus. Stefan zal zijn kunsten in ieder geval vertonen in het middendeel: La Campanella. Of hij ook mee zal spelen in Piazzola’s Vier Seizoenen weet ik niet. Tsjaikovski’s Serenade zal door het kamerorkest worden uitgevoerd. Ik kan er helaas niet bij zijn. En dat is jammer, niet alleen vanwege de musici en het programma, maar ook vanwege de ambiance. Dat laatste weet ik uit ervaring; zie mijn weblogbericht Een concert in de Synagoge.

24 december 2011

Slava

Een slava is een Servische feestdag, de dag waarop een Servische familie haar familieheilige eer bewijst. Iedere familie heeft een eigen familieheilige. Maar omdat er veel meer families zijn dan familieheiligen worden de heiligen gedeeld. De bekendste familieheiligendagen zijn Sveti Jovan op 20 januari, Sveti Djordje (Đorđe) op 6 mei en Sveti Nikola op 19 december. Sveti is Servisch voor ‘heilige’ of ‘sint’ en kan worden afgekort tot Sv. Uit de namen van deze feestdagen blijkt dat de viering van een slava een religieuze oorsprong heeft. De Servisch orthodoxe kerk laat er dan ook niets aan gelegen voor te schrijven hoe een slava moet worden gevierd. Hele boeken zijn daarover geschreven. Maar hoewel de kerk na de val van het communisme weer een belangrijke factor in het Servische leven is geworden, is het orthodoxe doel van de feestdag hier en daar wat verwaterd. Serviërs houden van feestdagen. Niet alleen families hebben tegenwoordig een slava, ook dorpen en steden hebben een slava. Belgrado heeft een slava op Hemelvaartsdag: Spasovdan (dan is Servisch voor dag). Vroegere communisten en jongeren vieren op 29 november Titovdan, een slava die niet verwijst naar een religieuze heilige, maar naar hun vroegere partijleider Josep Tito. Voor veel gezinnen is hun slava het sociale hoogtepunt van het jaar. Vrouwen staan dagenlang in de keuken om traditionele gerechten te maken. Op de eerste dag van de viering komt familie langs en blijft eten. Op dag twee volgen meestal vrienden. Cadeaus horen erbij, bijvoorbeeld rode wijn, suiker, koffie of bloemen.

Sveti Djordje (Sv. Đorđe) is één van de belangrijkste patroonheiligen in het orthodoxe geloof. Djordje stierf voor zijn geloof en werd dus een martelaar. Meestal wordt hij te paard afgebeeld terwijl hij een draak dood (Sint Joris en de draak). Op 6 mei in de gregoriaanse kalender is het de naamdag van Sv. Đorđe: Đurđevdan, een heel belangrijke slava. Op deze dag wordt ook het begin van de lente gevierd. De viering van Đurđevdan is, vanwege de orthodoxe oorsprong, een Servische aangelegenheid. Voordat Joegoslavië uiteen viel werd Đurđevdan ook gevierd door andere religieuze en etnische groepen. Lees bijvoorbeeld het prachtige boek uit 1966 van Meša Selimović, Derviš i smrt. Helaas is het niet in het Nederlands vertaald, maar wel in het Engels: Death and the Dervish. Đurđevdan is ook de titel van een nummer uit 1988 van de beroemdste Joegoslavische rockband aller tijden: Bijelo dugme (Witte knop). Deze band kwam uit Sarajevo en één van de leden was Goran Bregović.

11 december 2011

Eten bij Serviërs thuis

Onlangs kregen wij een uitnodiging voor een etentje bij Servische kennissen: één familie, drie generaties. Die uitnodiging accepteerden we graag. Niet alleen omdat onze kennissen goed gezelschap zijn, maar ook omdat het bereiden van voedsel een belangrijk onderdeel is de Servische familietraditie en gastvrijheid, en omdat we uit ervaring weten dat de Servische keuken niet te versmaden is.

De Servische gastvrijheid begon direct bij binnenkomst. De vader van de gastvrouw bood ons een glaasje uit Servië meegenomen rakija aan. Dat kon en wilde ik niet weigeren. Een toast op elkaars gezondheid hoort daar bij: Živeli! Het smaakte mij uitstekend, ondanks het alcoholpercentage en ondanks het feit dat ik bijna nooit brandewijn drink. Een ouzo zo nu en dan, maar veel sterker dat een Italiaanse amari drink ik gewoonlijk niet. Het woord rakija, dat afstamt van het Arabische al-arak en dat als drank door de Turken is meegenomen naar het aloude wijnland Servië, is een verzamelnaam voor brandewijn. Want een rakija kan je maken van veel soorten fruit (bijvoorbeeld van druiven, abrikozen, appels, peren of pruimen) en met verschillende aromatische kruiden. Wij kregen een Stomaklija, een rakija op basis van pruimen en alsem. Deze rakija wordt ook medicinaal gebruikt; het schijnt heilzaam te zijn voor buikklachten.

Het diner bestond uit een veelheid aan gerechten, gepresenteerd in vier gangen. Als voorgerecht werd ons een gibanica, een Servische kaastaart, voorgezet. Je spreekt het uit als [kiebanietsaa]. De taart bestaat uit lagen filodeeg met daartussen een mengsel van witte kaas (het liefst švapski sir, een Servische cottage cheese, maar feta of Hüttenkäse kan ook), eieren en crème fraiche. Daarna een gevulde soep, teleća čorba sa knedlama, met Turks brood. Het Servisch kent twee woorden voor soep: supa en čorba. De eerste is een heldere soep, de laatste een gebonden. De soep die wij voorgeschoteld kregen was rijk gevuld met onder andere noedels en kalfsvlees. Het hoofdgerecht bestond uit stukken kalfsbiefstuk in een saus, teleće šnicle u saftu, met daarbij een Servische salade (srpski salata) en, niet typisch Servisch, asperges (špargle). Een zware Russische huzarensalade, gemaakt door de vader van de gastvrouw, bleef onaangetast in de koelkast. Toe kregen we ijs met warme chocoladesaus, sladoled & čokoladni preliv, en een Servisch flensje met appel: jabuke u šlafroku. Voor hen die trek hebben gekregen in al dit lekkers, de bijbehorende recepten zijn op internet te vinden.

Tot onze verrassing schonken de gastvrouw en gastheer een bijzondere dessertwijn: een witte Bremet uit Sremski Karlovci (Beli Bermet iz Sremskih Karlovaca). In Sremski Karlovci, een bezienswaardig en historierijk plaatsje nabij Novi Sad, waren we vorig jaar even geweest, overigens zonder de tijd te hebben gehad om de bekende wijnkelders te bezoeken. De Bremet is een (rode en witte) wijn met een historie. Ten tijde van het Habsburgse rijk was de Bremet populair aan het hof en bij de aristocratie in Wenen. In de 19de eeuw werd de wijn al naar Noord-Amerika geëxporteerd. En de Bremet uit Sremski Karlovci was één van de wijnen die op de Titanic werd geserveerd.

Prijatno! Smakelijk eten, en dat was het. De gastvouw zorgde ervoor dat onze borden en wijnglazen gevuld bleven. En dat wij gasten aten en dronken. Maar daarvoor was echt geen aanmoediging nodig. We wisten het al, in Servië kan je goed eten; zie mijn weblogbericht Eten, drinken en'sladoled'. Maar de copieuze en smaakvolle maaltijd die wij bij onze Servische vrienden voorgeschoteld kregen hebben we in de annalen bijgeschreven. Hvala vam na gostoprimstvu! Hvala vam za divno veče!

3 december 2011

Het Athene van Servië - 2

In mijn weblog van 8 oktober jongstleden, met als titel ‘Het Athene van Servië’, over hetgeen Novi Sad te bieden heeft op het gebied van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, daarbij verwijzend naar onder meer de universiteit van Novi Sad en de wetenschappelijke instituten Matica Srpska en SANU, schreef ik: “Helaas biedt Servië niet veel werkgelegenheid voor wetenschappers. Daarom vertrekken vooral de hoogopgeleide jongeren naar het buitenland om daar hun geluk te beproeven. En hoewel het westen dankbaar profiteert van deze in Servië opgeleide hoogvliegers is dit voor Servië zelf niet zo goed; het land zou hoopgeleide jongeren op belangrijke posten goed kunnen gebruiken.”

In de B92-nieuwsmail van zondag 20 november jongstleden het volgende bericht: SANU marks 170th anniversary. Dit jubileum werd gevierd in Belgrado. De huidige Servische president Boris Tadić was één van de sprekers. Hij zei onder andere het volgende: “We do not want to educate young researchers for others who are wealthier than us, instead we would like to create good working and living conditions and perspective for them so that they could realize their professional goals here and contribute to the advancement of economy, social and cultural life in their own country”. En de minister van onderwijs en wetenschap, Žarko Obradović, betoogde: “Serbia has one of the most important resources namely human resources - competent scientists, researchers, experts, and therefore it has to earmark much more funds for science and education.” “Te laat”, reageerde een hoogopgeleide Servische kennis van mij. Ik begrijp haar. Maar ik zou daar aan willen toevoegen: “Beter laat dan nooit”.   

2 december 2011

Tauben fliegen auf - 2

Het heeft even geduurd, maar eindelijk is daar de vertaling van Tauben fliegen auf, de roman van de Zwitserse schrijfster Melinda Nadj Abonji, die voor dit boek in 2010 de Deutsche Buchpreis won. In april jongstleden schreef ik al een blogbericht over dit prachtige boek, dat handelt over een Hongaarssprekend Servisch gezin dat naar Zwiterland is geëmigreerd, maar nog regelmatig terugkeert naar de Vojvodina. De vertaling heeft de weinig verrassende titel Duiven vliegen op gekregen. Een Servische vertaling, met de te verwachten titel Golubovi uzleću, laat nog op zich wachten.